Buiten is het warm. En hoe is het binnen?

Voor de gebruikers van een pand met topkoeling, is de temperatuur bij binnenkomst aangenaam. De topkoeling zorgt er namelijk voor dat het binnen zo’n tien procent kouder is dan buiten. Maar als je een poosje binnen bent, voelt het binnen toch ook behoorlijk warm aan. Je hebt de neiging om het raam open te zetten voor wat frisse lucht. Maar daar wordt het alleen maar warmer van!

Sommige gebruikers nemen het heft in eigen hand en denken de situatie te verbeteren met een mobiele airco. Maar een airco, ook een mobiele, moet warme lucht kunnen afvoeren. En waar laat je die afvoerslang? Door het raam naar buiten, waardoor er nóg meer warme lucht binnen komt. Bovendien verbruikt het apparaat 2,4 kilowatt per uur, reken maar uit wat dat kost. Koelen met het raam open is hetzelfde als dweilen met de kraan open.

Een andere noodmaatregel die je wel ziet in de zomer, maar die ook zo nutteloos en verspillend is, is het onder water zetten van het zwarte platte dak of het nat spuiten van de condensoren van de koelinstallatie. Behalve waterverspilling zal de buitenunit hierdoor eerder aan vervanging toe zijn. Toch ook een kostbare zaak.

Topkoeling wordt geregeld via het gebouwbeheersysteem. Je kunt er als gebruiker van één ruimte niets aan instellen, tenzij er ruimtethermostaten zijn. Maar ook dan wordt het nooit koeler dan 90% van de buitentemperatuur.

Waarom hebben we dan niet overal airconditioning in plaats van topkoeling?

Airconditioning is duurder. De aanschaf is duurder, er zijn meer apparaten nodig, het verbruik is duurder, het kost meer energie en het neemt meer ruimte in beslag aan en op het pand. Duurzaam is het niet! Bovendien zijn niet alle panden geschikt voor airconditioning, zoals sommige monumenten.

Wat is de beste, duurzaamste en coolste oplossing? Relativeren en stoppen met klagen. Gedurende tien, hooguit twintig dagen in het jaar is het warm buiten, en warm op je werk. Drink veel water, begin vroeg, maak je niet overal druk om en ga vroeg naar huis.